Vermist

Zwoele warme lucht stijgt op vanuit het dal. De vochtige lucht maakt dat de geur van het rijk bloeiende landschap beter tot z’n recht komt.

Een groep jongeren die elkaar tijdens de vakantie hebben leren kennen, zijn op avontuur gegaan. Ze waren door hun ouders zojuist nog gewaarschuwd voor een ontsnapte man uit een psychiatrische kliniek. Dit bericht werd als een waarschuwing op zowel de tv als de radio vermeld.

De uit zes jongens bestaande groep heeft er niet zoveel mee. Zij vinden de kans hem tegen het lijf te lopen te klein, en denken er verder niet over na. De jongens die tussen de twaalf en vijftien jaar oud zijn, maken hun avontuur des te spannender door plaatsen aan te doen die verboden zijn. Zo treffen zij een klein vervallen bergdorpje aan.

Ze kijken elkaar aan en bespreken of zij het verlaten dorpje zullen betreden. Ondanks de akelige spookachtige sfeer besluiten zij het te doen. Niemand wil immers de angsthaas van de groep zijn. Met een bonzend hart betreden zij het dorp.

Het eerste vervallen gebouw waar zij naar binnen gaan lijkt op een gemeente huis. Zij doorzoeken elk vertrekt en vinden hier en daar wat stukken tekst in de bijna vergane mappen. Zij worden er niet wijs uit en laten het verder voor wat het is.

Gezien de lucht begint te betrekken, overwegen zij om terug naar de camping gaan. Echter verdampt deze overweging bij het zien van de lege straten waar de half ingestorte huizen aanstaan. Sommige huizen zijn nog voorzien van huisnummers.

Tussen de bomen die dwars door de straten en huizen zijn gedrongen, zien zij een bord in de vorm van een pijl staan. Eén van de jongens veegt de groene aanslag van het bord, waardoor het woord centrum tevoorschijn komt. Zij beginnen te lachen en grappen gekscherend om daar gezellig uit te gaan. Even kijken zij nog naar de lucht. Gezien deze geen dreigende vormen begint aan te nemen, besluiten zij richting centrum te gaan.

Na een pittig klimmetje komen zij op een pleintje met daaromheen een paar winkeltjes. De jongens constateren dat dit centrum, naast dat het in de stijl van de jaren zeventig is, ook in veel betere staat verkeerd dan het dorpje zelf. Zij vragen zich af of hier nog mensen wonen. Bij het idee krijgen zij de kriebels.

Hun idee wordt waarheid als zij voetstappen en stemmen van meerdere personen horen. De jongens weten op tijd weg te duiken als de groep alternatief uitziende mensen in zicht komen. Grinnikend kijken zij elkaar aan en maken grapjes over de flower power tijd.

Hun nieuwsgierigheid maakt dat zij daar blijven rondhangen. Zonder erg in de tijd te hebben, volgen de jongens de kleurrijke groep mensen die duidelijk iets aan het organiseren zijn. Hun ouders verwachten hen binnen nu en anderhalf uur. De jongens zijn al vaker veel te laat terug gekomen voor het eten.

Inmiddels is de alternatieve bijeenkomst waardoor de jongens zijn gepakt begonnen.
Hun manier van doen fascineert hen. Zij vinden het op een soort indianen feest lijken. Ergens
lijkt het hun leuk om daaraan mee te doen. Tijdens het koken, wat op open vuur wordt gedaan, steken zij een kleurrijke slanke pijp aan die de hele groep rond gaat.

Dit gebruik maakt een aantal jongens wat onvoorzichtig, waardoor zij worden opgemerkt. De wijze waarop zij worden verjaagd komt zeer onprettig over.

Tamelijk aangeslagen willen zij terugkeren naar de camping. Gezien zij een hele andere kant op zijn gerend, weten zij niet meer waar ze zijn. De jongens merken nu pas dat zij enorme trek hebben. Hun ouders zijn inmiddels het gebied rondom de camping aan het afstruinen. Zij spreken onderling hun bezorgdheid uit.

Als de zon begint onder te gaan worden de jongens bang. Met een dichtgeknepen keel dolen zij rond door het beboste gebied. Bij het zien van een asfalt wegje voelen zij zich opgelucht. Zij volgen de weg en komen op een kruispunt uit. Tot hun grote vreugde staan daar wegbewijzeringsbordjes bij. Ze hoeven maar drie kilometer te lopen om bij het dichtstbijzijnd stadje te komen.

Eenmaal daar gaan zij opzoek naar een telefooncel. Een sympathiek persoon die duidelijk ziet dat de jongens iets zoeken, vraagt of hij ze van dienst kan zijn. Als de jongens vermelden dat zij Nederlanders zijn blijkt deze man goed Nederlands te kennen. Zij leggen hem uit dat zij verdwaald zijn.

Met een bezorgde blik in zijn ogen vraagt hij waar zij verblijven. Als zij de naam van de camping vermelden, zegt hij dat hij de camping wel voor hen bellen. Dit komt de jongens wel goed uit gezien de taalbarrière. De goed verzorgde rossige slanke man nodigt hen uit om even op een terras wat te gaan eten en drinken. Onderweg naar het centrum praat hij over wat er allemaal aan sportieve activiteiten in Oostenrijk te doen zijn. Hij weet de jongens in korte tijd voor zich te winnen.

Eenmaal op het terrasje doen de jongens zich te goed aan friet, snacks en cola. Zoals hij heeft beloofd gaat naar binnen om te bellen. De jongens zien dat hij met een telefoonhoorn aan zijn oor staat. Na een paar minuten komt hij weer naar buiten. Hij verteld dat hij hen over een halfuurtje naar het station moet brengen omdat dit een autovrij centrum is. De jongens geloven hem direct omdat zij geen ene auto hebben gezien. Ze lopen samen met hem naar zijn witte bestelbus, die buiten het centrum staat geparkeerd.

De alternatieve mensen genieten van hun samenzijn totdat een oproep op hun kleine transistorradio het rumoer doet doven. Iedereen is gespitst op vermissingsbericht. Na het horen dat er zes Nederlandse jongens zijn vermist, komt het vermoeden dat het om de zes jongens gaat die zij verjaagd hebben. Gezien er in een nabij gelegen psychiatrische kliniek een gevaarlijk persoon is ontsnapt, baart dit hun zorgen. Aan de hand van het signalement vermoeden zij dat het Gérard gaat, waarmee een aantal van hun op het campus heeft gezeten. In die tijd was hij al anders dan anderen.

Zonder nadenken gaan zij gewapend met een scanner het gebied rondom het verlaten dorpje doorzoeken. Na het vernemen dat de jongens een uur geleden in het dichtstbijzijnde stadje zijn vernomen, lucht hun enigszins op. Het nare voorgevoel dat de jongens in contact zijn gekomen met deze gevaarlijke man laat hun niet los. Eén van hen die met hem op het campus zat, weet dat hij destijds aan wanen leed en vocht tegen zijn pedofiele gevoelens. Gérard had hem in vertrouwen verteld dat hij om deze redenen het campus ging verlaten om zich te laten behandelen.

In de hoop de zes jongens daar ergens nog te treffen, koersen zij vastberaden naar het stadje. Eenmaal in het centrum zien zij de politie bij een cafetaria staan. De eigenaar vermeld dat zijn terras altijd bomvol met jongeren zit en ze vermoedelijk daarom niet heeft opgemerkt. Nadat de politie is weggegaan stappen een paar van de alternatieve groep de cafetaria binnen.

Een paar jolige jongeren roepen ” peace man” waarop zij heel gevat reageren. Na wat opmerkingen over en weer zijn stoppen de pesterijtjes. Bij het bestellen van een paar bakjes friet vragen zij of er toevallig een zeer net uitziende man in hun zaak is geweest. De eigenaar die deze vraag opvangt, kijkt verrast op en snelt naar hen toe. Hij vraagt of het gaat om een rossige slanke man, waarop zij knikken. Na het afrekenen van hun bestelling bedanken zij de eigenaar.

Op de één of andere manier legt de eigenaar een link naar de vermiste jongen en roept hen terug. Hij vraagt of deze rossige man soms iets met de jongens te maken heeft, waarop hij als antwoord krijgt dat zij dit vermoeden. De eigenaar vermeld dat hij dringend een telefoontje moest plegen waarna hij bedankte en vertrok.

De eigenaar roept de serveerster erbij en vraagt of zij een rossige slanke man op het terras heeft zien zitten. Zij zegt dat hij voor zes personen eten heeft besteld. Het antwoord op de vraag of hij zes jongens bij zich had, moet ze schuldig blijven, omdat het terras overvol was.
Omdat hij voor zes personen eten had besteld, weten zij vrijwel zeker dat de jongens bij de gevaarlijke man zijn. De eigenaar van de cafetaria geeft hun de autosleutels van een oude stadsbus die vervangen is door een nieuwe en wenst hun succes met het zoeken van de jongens.

De jongens in kwestie weten dat zij erin geluisd zijn. Zij zitten al meer dan een uur in het bestelbusje. Zij begonnen argwaan te krijgen toen Gérard de snelweg opreed in plaats van de borden naar het station te volgen. Bij een tankstation proberen de jongens tevergeefs te ontsnappen. Een oplettende vrouw die daar aan het tanken is, ziet dat het niet in de haak is en belt als zij binnen is de politie. Zij geeft het signalement door van de bestuurder en het nummerbord.

De politie bedankt haar voor de tip en rukt grootschalige uit waarbij een helikopter word ingezet.
Gérard hoort via zijn auto radio dat hij en de zes jongens zijn gesignaleerd. Na een kilometer neemt hij de afslag en rijdt binnendoor naar zijn afgelegen vakantiehuis. Hij gebied de jongens uit te stappen en naar binnen te gaan. Van zijn sympathieke innemende houding is niets meer te vernemen.

De geïntimideerd jongens gaan naar binnen en komen in een lugubere woonkamer terecht. Zij kijken elkaar angstig aan. De angst dat zij straks het slachtoffer gaan worden van seksueel geweld met de dood tot gevolg, vliegt hun aan. Voor alle ramen zitten tralies, waardoor het onmogelijk is om te vluchten. Vol afschuw kijken zij naar de werkbank die midden in de woonkamer staat. Deze is duidelijk ingericht als martelwerktuig ingericht. Gérard kijkt hun strak aan, waarna hij zich omdraait en het vertrek verlaat. Ze halen het niet in hun hoofd om bij de deur in de buurt te komen.

Een paar minuten later komt Gérard schaars gekleed binnen briesen. Op zijn hoofd draagt hij een kroon en slaat met een zweep rakelings langs de hoofden van de jongens. Met ijzige ogen pakt hij zijn scepter en een eigen geschreven wetboek, die is voorzien van bizarre wetten en straffen. De jongens krijgen te horen dat zij zich met strafbare feiten hebben bezig gehouden, waarvoor zij worden veroordeeld.

Na het horen wat hun straf inhoud komt het onvermijdelijke. Gérard ritst zijn strak leren broekje open en gebied hen om met ontblote billen op een werkbank te gaan liggen. Plots begint een hond erg hard te blaffen, Gérard denkt dat het om een politiehond gaat en struikel geschrokken over een krukje. De jongens maken dat zij weg komen. Gérard komt achter hen aan maar word door de grote zwarte hond tegen gehouden.

Na een paar minuten vind hij een net en gooit die over de hond en sleept de hond naar de schuur. Gérard zet de achtervolging in waardoor de afstand tussen de jongens en drastisch kleiner word.
Zij weten zich in een greppel te verschuilen. Als de rondcirkelde helikopter laag overvliegt durven de jongens zich niet naar een nabij gelegen veldje te bewegen, bang dat Gérard hen dan pakt.

De groep alternatieve mensen naderen het gebied waar het nare tafereel afspeelt. Als zij het witte bestelbusje aantreffen stappen zij uit en snellen naar de vakantie woning. Vol bombarie gaan zij naar binnen en treffen deze leeg aan. In één oogopslag zien zij wat voor gruwelijke plaats dit is.

Als zij buiten langs het schuurtje lopen slaat de opgesloten hond aan. Als de deur wordt geopend piept en kwispelt de hond van blijdschap. Na de bevrijding van het net rent de hond blaffend voor hun uit en wacht totdat zij hem volgen.

Na een paar minuten komt de hond op het spoor van de jongens. Na een kwartier vind de hond hen waarna de jongens in veilige handen zijn. Een begane buurtbewoner vangt de jongens op. Vlak voordat zij afscheid nemen van deze indrukwekkende groep, worden zij uitgenodigd om over een paar dagen langs te komen in het vergeten dorpje.

Kort nadat zij zijn vertrokken wordt Gérard opgepakt door de politie. Na een paar dagen gaan de jongens weer naar het verlaten dorpje waar zij warm onthaalt worden. De jongens helpen mee met het opbouwen van de feestelijke bijeenkomst.

Als het eten pruttelt op het open vuur, verwachten de jongens dat straks de vredespijp rondgaat. Als iemand een korte speech houdt over het doel van deze pijp, voelen de jongens een avontuurlijke spanning. Met het horen dat deze vanavond niet rond gaat, zijn ze iets wat teleurgesteld. De jongens krijgen wel de diepzinnige betekenis van cannabis mee, dat dit niet bedoeld is voor louter genot. Nadat de reden hiervan inhoudelijk besproken is, weerhoudt het hen er niet van om het thuis alsnog voor de lol te gaan proberen.

Maanden na deze onvergetelijke vakantie hebben de jongens nog steeds contact met elkaar. Zij spreken geregeld weekenden met elkaar af. In de loop van jaren worden zij steeds hechter bevriend. Als zij gaan studeren besluiten zij om in hetzelfde pand op kamers te gaan.

Op een avond komen zij op het idee om naar de camping te gaan waar het allemaal begonnen is. Zij merken dat veel ideeën van die unieke groep mensen bij hun is blijven hangen. Eenmaal daar treffen zij op de camping diezelfde groep. Zij vermelden dat het verlaten dorpje is weggehaald en zij daarom hier naartoe zijn uitgeweken. De jongens kijken een beetje vreemd op omdat de camping niets van hun alternatieve leefstijl uitdraagt. Grinnikend worden zij meegenomen naar een ander veldje dat vanaf de camping niet te zien is. Eenmaal daar zien zij dat dit geheel is ingericht op hun levensstijl. Diezelfde avond wordt er een bijeenkomst gehouden waarbij zij uitgenodigd worden.


Foto's

In volle bloei Geplaatst door author icon Kitty okt 2nd, 2022 | Reacties uitgeschakeld voor In volle bloei
Zonmaan gezicht Geplaatst door author icon Kitty jul 21st, 2022 | Geen reacties
Keltische zon Geplaatst door author icon Kitty sep 27th, 2021 | Geen reacties
error: